5 nieuwe tuinboeken die jou helpen met het creëren van een groen paradijs
Mijn groene hart gaat altijd een stukje sneller kloppen als er weer een nieuwe groene titel op de markt is uitgebracht. Ik heb het hier niet over een populair liedje, maar over een boek. Naast dat ik natuurlijk gek op tuinieren en de natuur ben, heb ik ook een zwak voor boeken. Ik lees heel graag en al helemaal als het om boeken rond de thema’s tuinieren, natuur, duurzamer leven en reizen gaat.
Afgelopen weken kreeg ik een aantal titels opgestuurd door auteurs en uitgeverijen. Ik heb ze inmiddels gelezen en over deze tuinboeken wil ik jullie graag meer vertellen. Het zijn allemaal aanraders, aanvullingen en pareltjes in de groene boekenwereld!
Voedselbosrand – Boslandbouw, eetbare bomen en planten in rijen en randen, Madelon Oostwoud
In mijn boekenkast staan al twee boeken van Madelon Oostwoud. Van beide boeken, ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten‘ en ‘Voedselbos‘ heb ik enorm veel geleerd. Ik was dan ook enthousiast toen ik hoorde dat zij het boek ‘Voedselbosrand‘ aan het schrijven was. Een aantal weken geleden stuurde KNNV Uitgeverij mij een exemplaar op.
Allereerst viel mij op dat ook bij dit boek, net als bij haar eerder verschenen boeken, een plantengids zit. Dit is een apart boekje waarin fruit, noten, eetbare bloemen en wilde planten, groenten, kruiden en paddenstoelen te vinden zijn. Bij elke soort is informatie te vinden over bijvoorbeeld de eetbare delen, standplaats, hoogte, voorkeur voor grondsoort en andere bijzonderheden. Een waardevolle gids, die ik ongetwijfeld vaak uit de kast zal halen bij het ontwerpen van een nieuw stukje tuin of een voedselbosrand.
In eerder verschenen boeken van Madelon Oostwoud wordt de basistheorie van permacultuur en van voedselbosbouw beschreven. Dit boek vormt een inspirerend vervolg op deze boeken.
Het boek is onderverdeeld in 5 hoofdstukken: Bodem, Bodemleven en -vruchtbaarheid, Plantgemeenschappen, Stikstof en Naar eetbaar landschap. In elk hoofdstuk gaat zij diep in op het onderwerp en hoewel ik al vrij veel van dit onderwerp af weet, heb ik toch weer nieuwe dingen geleerd.
Naast theorie staan in dit boek ook veel inspirerende verhalen van voedselboshouders en voorbeelden van bestaande projecten. Dit maakt het geheel begrijpelijker en geeft extra veel inspiratie om ook aan de slag te gaan met het ontwerpen van een voedselbosrand.
Ik vind het niet een boek om in één keer uit te lezen. In één hoofdstuk staat al zoveel informatie en inspiratie. Het loont om dit langzaam tot je te nemen. Zelf las ik steeds een hoofdstuk en liet dat even een tijdje tot mij doordringen. Ondertussen zocht ik informatie op over de genoemde voedselbossen en dook ik in de plantengids voor nog meer informatie over de, in het hoofdstuk genoemde, planten. Illustraties in dit boek zijn ondersteunend aan de tekst en dat vind ik echt een waardevolle toevoeging. Zelf vind ik het altijd fijn om naast de theorie ook een plaatje te hebben met beeldende uitleg over begrippen en processen.
De conclusie is dat dit boek echt een aanrader is als je meer informatie wilt over de eetbare tuin, voedselbossen en vooral voedselbosranden. Het is met name geschikt voor mensen met een grotere tuin met bomen of een stukje grond. Het is niet een boek om in je luie stoel erbij te pakken en bij weg te dromen. Als je de tekst met aandacht leest, vergroot het ongetwijfeld je kennis, maakt het je enthousiast om zelf aan de slag te gaan en maakt het je nieuwsgierig naar al bestaande projecten. Leerzaam en inspirerend vond ik dit boek!
Je eigen paradijs – Stap voor stap naar een biodiverse tuin, Casper Boot
Toen ik in maart met de blogboot ‘Tuineditie’ door de grachten van Amsterdam mee mocht varen, kregen alle bloggers en Instagrammers dit boek uitgereikt namens Uitgeverij Snor. Ik had op Instagram dit boek al voorbij zien komen. De veelbelovende cover maakte mij toen al nieuwsgierig naar de inhoud van dit boek. Ik was dan ook blij toen wij dit boek kregen.
Zoals ik al zei, sprak de cover mij direct aan. Het plaatje van een weelderige tuin met scharrelde kippen en schitterend huisje op de achtergrond past goed bij de titel. Het oogt namelijk echt als een paradijs. Wie wil dat nu niet? In dit boek lees je dus hoe je een soortgelijk paradijs voor dier, mens en plant kunt creëren.
Het boek is opgedeeld in 9 aansprekende hoofdstukken. Van ontwerpen tot in de tuin genieten van dieren en planten, het komt allemaal aan bod. Het begint met de uitleg over biodiversiteit. Wat is dat nu eigenlijk en welke basis-ingrediënten zijn van belang om een biodivers paradijs te maken? Je leest het allemaal. Vervolgens geeft Casper uitleg hoe je aan de slag kunt gaan. Dat begint uiteraard met ontwerpen en hoe je dat aanpakt staat kort in het tweede hoofdstuk beschreven. Vervolgens lees je over diverse onderwerpen, als bodem, groen en water, steeds meer over hoe je nu die biodiversiteit in jouw tuin kunt vergroten.
Opvallend aan dit boek vind ik de vrolijke kleuren, kaders, vele illustraties en foto’s van paradijselijke voorbeelden. Soms oogt het daardoor misschien een beetje rommelig, maar het maakt ook dat het boek zeker niet saai is om door te bladeren en te lezen. In gekleurde kaders worden, ondersteunend aan de tekst, veel praktische tips en ideeën gegeven. De laagdrempelige projecten die beschreven worden, maken dat je direct aan de slag wilt gaan in jouw tuin. Na het lezen van dit boek wil je gewoonweg ook meer groen en dieren in jouw tuin! Het is ook een boek dat je later makkelijk even uit de kast haalt om weer wat inspiratie op te doen. Alleen al door het door te bladeren begonnen bij mij de ideeën voor projecten in de tuin op te borrelen. Dit boek vind ik een dikke aanrader voor iedereen (met een kleine of grotere tuin die een paradijs wil leren maken voor mens, dier en plant!
Over moestuinieren en voedsel – Inspiratie voor elke dag van het jaar, Hans van Eekelen
Dit boek onderscheidt zich van alle andere tuinboeken in mijn kast, omdat het je dagelijks van een portie informatie voorziet. Per dag, op datum, is een klein stukje tekst te lezen met steeds weer een ander onderwerp, maar altijd tuingerelateerd en vaak passend bij die datum of periode in het jaar. De onderwerpen zijn uiteenlopend, zoals informatie over vrieskou, tomaten, woelvork, beurtjaar, plantennamen en de dag van de bij. Deze onderwerpen zijn vervolgens weer te classificeren in 9 rubrieken. In welke rubriek de tekst van de dag thuis hoort, zie je aan het, bij de rubrieken horende, icoontje naast de tekst.
Eigenlijk werkt dit boek dus hetzelfde als de bekende scheurkalenders: elke dag lees je een stukje met informatie. Het verschil is dat je bij een scheurkalender de blaadjes, na het lezen, weggooit en bij dit boek laat je bladzijde in het boek zitten. Zo kun je volgend jaar weer opnieuw beginnen met lezen of kun je het boek doorgeven aan iemand anders, die dan weer een jaar wordt voorzien van tips en weetjes.
Het concept vind ik leuk bedacht. Wel moet ik gelijk toegeven dat ik snel vergeet om elke dag het boek erbij te pakken en het stukje van die dag te lezen. Het gebeurt dan ook regelmatig dat ik ineens 7 stukjes tekst te lezen heb. Overigens gebeurt mij hetzelfde bij scheurkalenders, het bijhouden van een dagboek of het omslaan van de verjaardagskalender. Dat ligt duidelijk niet aan het boek, maar meer aan mij.
Foto’s en illustraties doen het bij mij altijd goed. Dat mis ik dan ook een beetje in dit boek. Er hadden van mij wel wat foto’s van de genoemde dieren (zoals het koolwitje) of een gevulde moestuin in mogen staan.
Mijn conclusie over dit boek is dat, als je een trouwe scheurkalenderlezer of dagboek-bijhouder bent en van korte stukjes tekst houdt, dit boek waarschijnlijk ontzettend goed voor jou werkt. Na een jaar heb je dan veel waardevolle informatie opgedaan en heb je talloze tips gekregen over moestuinieren. Ben je niet zo trouw en/of vergeet je snel om het boek er elke dag bij te pakken, dan nog zijn de tips en informatie waardevol. Je kunt er natuurlijk ook zelf voor kiezen om alles in één keer te lezen of bijvoorbeeld per maand.
In de moestuin, Wim Lybaert
Dit boek is echt een schot in de roos! Wat een dik en fijn leesbaar boek. Wim Lybaert schrijft zo beeldend en realistisch dat je af en toe het gevoel hebt dat je naast hem in de moestuin loopt, terwijl hij zijn kennis deelt en af en toe naar een vlinder of mooie plant in de tuin wijst.
Het boek bestaat uit 5 delen, die weer onderverdeeld zijn in meerdere hoofdstukken. Vooral het eerste deel, ‘Twaalf maanden in mijn moestuin’, leest ontzettend fijn weg en is een feest van herkenning voor de moestuinder. In dit deel vertelt Wim niet alleen welke klussen hij per maand aanpakt, maar ook hoe hij de tuin op dat moment beleeft en stiekem zit in deze tekst ook allerlei nuttige informatie verwerkt. Ik vond dit deel zo leuk om te lezen, dat ik het boek moeilijk opzij kon leggen en het liefst alsmaar door wilde lezen.
Ook het tweede deel leest makkelijk. Dit deel gaat over de 10 basisstappen op weg naar een mooie moestuin. Zowel voor de beginner als voor de gevorderde tuinier staan in dit deel vele nuttige tips. De bodem, de plek van de moestuin, mulchen, wisselteelt en combinatieteelt, gereedschap en zo nog meer onderwerpen komen aan bod.
In het derde deel van het boek vind je een alfabetische lijst met groentesoorten. Per soort staat uitgebreid beschreven wanneer je moet zaaien, uitplanten, oogsten, verzorgingstips en met welke plant je dit soort goed kunt combineren. Per soort tref je ook nog eens extra tips voor beginners en voor gevorderden aan. Dit deel van het boek pak je er makkelijk bij als je meer informatie wilt hebben over een bepaalde groente. Toen ik vorig week wilde gaan zaaien in de volle grond, heb ik eerst de informatie in dit boek over de te zaaien groenten er nog even bij gepakt.
Het vierde deel gaat over de kruidentuin. Zowel de groene, als de houtachtige kruiden worden in dit deel beschreven. Niet alleen de specifieke kruiden worden besproken, maar Wim Lybaert vertelt ook waarom hij iedereen een kruidentuin aan kan raden. Kruiden zijn niet alleen eetbaar, maar hebben ook sierwaarde in de tuin. Daarnaast geven ze ook nog eens een heerlijke geur en zijn ze natuurlijk smakelijk in veel gerechten.
In het laatste gedeelte van dit boek vertelt de schrijver meer over kleinfruit en fruitbomen. Het voordeel van fruit is dat je het plant en daarna bijna niets meer aan de planten hoeft te doen. Je hebt er voor vele jaren plezier en oogst van. Ook in dit deel vind je per soort een beschrijving en tips voor aanschaf en verzorging.
Je leest het vast al wel een beetje tussen de regels door: Ik ben echt enthousiast over dit boek! Het is voor elke moestuinder een aanwinst in de boekenkast, zowel voor de beginner als de gevorderde. Het leest makkelijk weg en staat vol met kleurrijke foto’s van de moestuin van Wim Lybaert. Door de verschillende delen is het makkelijk om de juiste informatie op een later moment terug te vinden en hoef je niet persé het hele boek steeds weer door te bladeren. De kijk op tuinieren van de schrijver komt overeen met mijn visie. Zo is Wim Lybaert ook voorstander van de No Dig methode en mulchen en ziet hij ’tegenslagen’ in de moestuin niet als iets negatiefs, maar als een leermoment.
Dit boek krijgt een ereplaatsje tussen mijn moestuinboeken en zal ook regelmatig weer even uit de kast gepakt worden als ik opzoek ben naar informatie. Een dikke aanrader!
Seasons Moestuin – Zaaien, oogsten, (in)maken, koken, Jessica Koomen
Zoals op de achterkant geschreven staat, laat dit boek van Jessica je zien hoe je op een eenvoudige manier begint met de moestuin, hoe je met de natuur mee tuiniert en hoe je de oogst op een heerlijke manier verwerkt. Dit boek is voor de beginnende en de meer ervaren moestuinder een aanwinst.
Allereerst valt op dat dit boek van flink formaat is. Echt een dikke pil, zeg maar. Dat is ook logisch als je bedenkt dat dit boek niet alleen bomvol informatie over moestuinieren staat, maar ook echt ingaat op het verwerken van oogst en zelfs zelfmakers voor in de tuin en meer dan honderd plantaardige en vegetarische recepten bevat. Je kunt dit boek dus echt wel een compleet naslagwerk voor de moestuinder noemen.
Dat dit boek nog verder gaat dan de oogst, is volgens mij uniek te noemen. Ik ken veel boeken over moestuinieren. Die gaan over de bodem tot het oogsten. En ik ken kookboeken met recepten voor het verwerken van oogst. Jessica schrijft in haar boek echter over het begin van de tuin tot het eten van jouw oogst uit eigen tuin. Nog meer compleet dan vele andere boeken dus!
Met name het deel ‘De keuken in’ sprak mij erg aan en daar heb ik ook heel wat nuttige tips voor eigen gebruik uit kunnen halen. Ik ben zelf wel een groentje te noemen op het gebied van conserveren en gelukkig wordt daar in dit boek ruim aandacht aan besteed. Ik kan niet wachten op het moment dat ik vaker met fermenteren, wecken, drogen en inmaken aan de slag kan gaan. Ook sta ik te popelen om met het recept voor walnotentapenade met olijf en basilcum aan de slag te gaan. Gelukkig heb ik nog walnoten van de vorige oogst op voorraad.
Niet alleen om de informatie over conserveren en om de recepten, maar ook als je meer over de bodem en de moestuin wilt leren is dit boek voor jou echt een aanrader! Kortom, dit boek van Jessica Koomen smaakt naar meer. Ik hoop dat we nog veel meer van Jessica gaan zien aankomende jaren.
Heb jij een vraag aan mij over dit artikel of over één van deze boeken? Of heb jij echt een toffe groene boekentip? Laat het gerust weten in een reactie.
Pingback:Tuin – 14 maart 2022 – unicornexperience.nl